Junioren D
Dit is de jongste juniorengroep. Net zoals bij de A-pupillen beslaat deze categorie twee jaren. Atleten vallen binnen deze leeftijdscategorie in het (kalender)jaar waarin ze 12 of 13 worden (preciezer gezegd: vanaf 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarin ze 12 worden tot aan 31 oktober in het kalenderjaar waarin ze 13 worden).
In de praktijk zal er tijdens de wedstrijden nog veelal ondescheid gemaakt worden tussen de eerstejaars D-junioren en de tweedejaars D-junioren. Tijdens de trainingen wordt dit onderscheid echter niet meer gemaakt.
Er zijn een behoorlijk aantal 'nieuwe' onderdelen voor de D-junioren: hordenlopen, discuswerpen, speerwerpen, 1000m hindernis en soms worden er zelfs al polsstokhoogspringwedstrijden voor D-junioren georganiseerd.
De trainingen
Er wordt ook door de D-junioren in principe tweemaal per week getraind onder begeleiding van gediplomeerde trainers, eventueel bijgestaan door één of meer hulpouders. In deze trainingen zal het spelelement meer en meer naar de achtergrond verdwijnen en zullen de trainingen veelal specifieker gericht zijn op de atletiekonderdelen. Dit betekent natuurlijk niet dat er helemaal geen ruimte meer zal zijn voor af en toe een spel.
Naast de twee reguliere trainingen probeert de vereniging een extra training aan te bieden, waarin gemotiveerde en meer wedstrijd gerichte atleten de mogelijkheid geboden wordt om een specifiek onderdeel wat extra aandacht te bieden. Deze trainingen zijn in principe op uitnodiging van de trainers, waarbij de prestaties niet direct de doorslag geven, maar meer de motivatie en de mogelijkheden van de atleten.
De wedstrijden
In het zomerseizoen nemen de competitiewedstrijden nog altijd wel een centrale plek in, maar er zijn daarnaast nog veel meer wedstrijden te doen in de regio. De competitiewedstrijden (verplicht voor alle D-junioren) zijn wel volledig anders van opzet: niet langer doet iedereen dezelfde onderdelen, maar er wordt nu één of meerdere ploegen gevormd, waarbij iedere atleet maximaal drie onderdelen mag doen en er per onderdeel maximaal twee of drie atleten per ploeg mogen worden opgesteld. Dit betekent over het algemeen een heel gepuzzel voor de trainers om een zo goed mogelijke ploeg samen te stellen, zeker als ze daarbij ook zoveel mogelijk rekening proberen te houden met de persoonlijke wensen van de atleten (overigens wordt er bij de competitie dan weer geen onderscheid gemaakt tussen eerste- en tweedejaars). Bij de overige wedstrijden kunnen de atleten zelf kiezen aan welke onderdelen ze mee willen doen en er zijn vanaf de D-junioren ook meerkampwedstrijden (hierbij worden in twee dagen bijna alle onderdelen afgewerkt).
In het winterseizoen zijn er ook voor de junioren indoorwedstrijden te doen. Daarnaast blijven de wintermaanden ook de periode om elkaar in de crosswedstrijden uit te dagen om te zien wie de beste is op de langere afstanden.
De trainers kunnen altijd meer informatie verstrekken.